Nederlands
Uitgebreide vertaling voor kavelen (Nederlands) in het Zweeds
kavelen:
-
kavelen (verkavelen; verdelen)
Conjugations for kavelen:
o.t.t.
- kavel
- kavelt
- kavelt
- kavelen
- kavelen
- kavelen
o.v.t.
- kavelde
- kavelde
- kavelde
- kavelden
- kavelden
- kavelden
v.t.t.
- heb gekaveld
- hebt gekaveld
- heeft gekaveld
- hebben gekaveld
- hebben gekaveld
- hebben gekaveld
v.v.t.
- had gekaveld
- had gekaveld
- had gekaveld
- hadden gekaveld
- hadden gekaveld
- hadden gekaveld
o.t.t.t.
- zal kavelen
- zult kavelen
- zal kavelen
- zullen kavelen
- zullen kavelen
- zullen kavelen
o.v.t.t.
- zou kavelen
- zou kavelen
- zou kavelen
- zouden kavelen
- zouden kavelen
- zouden kavelen
en verder
- is verkaveld
diversen
- kavel!
- kavelt!
- gekaveld
- kavelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor kavelen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dela | splitten | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dela | kavelen; verdelen; verkavelen | delen; doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; in tweeën houwen; klieven; kloven; loskoppelen; scheiden; splitsen; uit elkaar halen; uiteengaan; uitsplitsen |
stycka | kavelen; verdelen; verkavelen | aan stukken snijden; kleinmaken; stuk snijden; stuksnijden |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dela | deelachtig |
Verwante woorden van "kavelen":
kavel:
-
de kavel (gebied; perceel; terrein; bouwterrein)
Vertaal Matrix voor kavel:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
lott | bouwterrein; gebied; kavel; perceel; terrein | lot; loterijbriefje; loterijlot; lotsbestemming |
obebygdd tomt | bouwterrein; gebied; kavel; perceel; terrein |
Verwante woorden van "kavel":
Computer vertaling door derden: