Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. kastjes:
  2. kastje:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kastjes (Nederlands) in het Zweeds

kastjes:

kastjes [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. kastjes (kabinetjes)
    skåp
    • skåp [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kastjes:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skåp kabinetjes; kastjes kabinetje; kabinetten; kast; kasten; kastje; kluisje

Verwante woorden van "kastjes":


kastje:

kastje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het kastje (kast; kabinetje)
    skåp
    • skåp [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kastje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skåp kabinetje; kast; kastje kabinetjes; kabinetten; kasten; kastjes; kluisje

Verwante woorden van "kastje":