Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. kast:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kast (Nederlands) in het Zweeds

kast:

kast [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de kast (kastje; kabinetje)
    skåp
    • skåp [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kast:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skåp kabinetje; kast; kastje kabinetjes; kabinetten; kasten; kastjes; kluisje

Verwante definities voor "kast":

  1. opbergplaats met laden en planken1
    • in deze kast hangen mijn kleren1

Wiktionary: kast


Cross Translation:
FromToVia
kast byrå bureau — chest of drawers for clothes
kast byrå buro — chest of drawers for clothes
kast skåp Schrank — geschlossenes Möbelstück, meistens mit Türen und zusätzlich optional auch Schubladen
kast skåp armoire — meubles|fr meuble haut fermer par une ou deux portes et destiné au rangement du linge, des vêtements ou d’autres objets.