Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. karkas:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor karkas (Nederlands) in het Zweeds

karkas:

karkas [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de karkas (geraamte)
    stomme; ram; skelett; infattning
    • stomme [-en] zelfstandig naamwoord
    • ram [-en] zelfstandig naamwoord
    • skelett [-ett] zelfstandig naamwoord
    • infattning [-en] zelfstandig naamwoord

karkas [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de karkas

Vertaal Matrix voor karkas:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
infattning geraamte; karkas
ram geraamte; karkas chassis; constitutie; frame; geraamte; gestel; lijstwerk
skelett geraamte; karkas botten; chassis; frame; gebeente; geraamte; raamwerk; scharminkel; skelet
stomme geraamte; karkas chassis; frame; geraamte; lijstwerk; raamwerk; skelet
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
slaktkropp karkas

Verwante woorden van "karkas":

  • karkassen

Wiktionary: karkas


Cross Translation:
FromToVia
karkas kadaver cadaver — a dead body
karkas kadaver; as carcass — dead animal
karkas djurskelett carcasse — Restes d’un être mort
karkas kropp carcasse — Personne ou animal d’une extrême maigreur
karkas skrov carcasse — Vehicule dépecé
karkas stomme carcasse — Armature, charpente
karkas benrangel; skelett squelette — anatomie|fr Ensemble des os d’un organisme vertébré.