Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- kappen:
- kap:
-
Wiktionary:
- kappen → hugga (ned), avverka, frisera, klippa sig, klippa håret, slopa, besegra, avliva, avrätta, dräpa, förnedra, förödmjuka, hugga, yxa
- kap → motorhuv, skydd, lock, huva, kapuschong, luva, filt, tak
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor kappen (Nederlands) in het Zweeds
kappen:
Conjugations for kappen:
o.t.t.
- kap
- kapt
- kapt
- kappen
- kappen
- kappen
o.v.t.
- kapte
- kapte
- kapte
- kapten
- kapten
- kapten
v.t.t.
- heb gekapt
- hebt gekapt
- heeft gekapt
- hebben gekapt
- hebben gekapt
- hebben gekapt
v.v.t.
- had gekapt
- had gekapt
- had gekapt
- hadden gekapt
- hadden gekapt
- hadden gekapt
o.t.t.t.
- zal kappen
- zult kappen
- zal kappen
- zullen kappen
- zullen kappen
- zullen kappen
o.v.t.t.
- zou kappen
- zou kappen
- zou kappen
- zouden kappen
- zouden kappen
- zouden kappen
en verder
- ben gekapt
- bent gekapt
- is gekapt
- zijn gekapt
- zijn gekapt
- zijn gekapt
diversen
- kap!
- kapt!
- gekapt
- kappend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor kappen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
hacka ned | kappen; omhakken; vellen | |
stoppande | afhaken; eindigen; kappen; ophouden; staken; uitscheiden | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fälla träd | bomen kappen; hakken; houwen; kappen; omhakken; vellen | |
hacka ned | bomen kappen; hakken; houwen; kappen; omhakken; vellen | |
snitta någons hår | coifferen; kappen; knippen | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
stoppande | afsluitend; stoppend; verstoppend |
Verwante woorden van "kappen":
Wiktionary: kappen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• kappen | → hugga (ned); avverka | ↔ abholzen — Bäume in einem Wald, Forst oder Hain fällen |
• kappen | → frisera; klippa sig; klippa håret | ↔ frisieren — menschliche Kopfhaare gestalten |
• kappen | → slopa; besegra; avliva; avrätta; dräpa; förnedra; förödmjuka | ↔ abattre — Traductions à trier suivant le sens |
• kappen | → frisera | ↔ coiffer — couvrir la tête. |
• kappen | → hugga; yxa | ↔ hacher — couper en petits morceaux, avec un instrument tranchant (couteau, hachoir, mixeur...) |
• kappen | → hugga; yxa | ↔ tailler — couper, retrancher d’une matière, en ôter avec le marteau, le ciseau, ou tout autre instrument, ce qu’il y a de superflu, pour lui donner une certaine forme, pour la rendre propre à tel ou tel usage. |
kappen vorm van kap:
-
de kap (hoofddeksel)
-
de kap (overkapping; dak; overdekking; afdekkap; koepel)
Vertaal Matrix voor kap:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
betäckning | afdekkap; dak; kap; koepel; overdekking; overkapping | dekplaat; overtrek |
keps | hoofddeksel; kap | baret; hoofddeksel; kapje; klappertje; muts; pet |
täcke 6-tak | afdekkap; dak; kap; koepel; overdekking; overkapping | |
övertäckning | afdekkap; dak; kap; koepel; overdekking; overkapping | aanplant; begroeiing; dekmantel; dekschild; gewas; schild |
Verwante woorden van "kap":
Wiktionary: kap
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• kap | → motorhuv | ↔ bonnet — cover over the engine of a motor car |
• kap | → skydd; lock | ↔ cover — lid |
• kap | → huva; kapuschong; luva | ↔ hood — headwear |
• kap | → motorhuv | ↔ hood — front of car |
• kap | → filt | ↔ couverture — Grande pièce d’étoffe épaisse |
• kap | → tak | ↔ toit — Couverture d’un immeuble (1): |