Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Zweeds ->Vertaal kameraden

Vertaal kameraden van Nederlands naar Zweeds

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

kameraden:
- vänner; kamrater
kameraad:
- kompis; vän; polare; kamrat
Wiktionary:
- kameraad → kamrat, kompis

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kameraden (Nederlands) in het Zweeds

kameraden:

kameraden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

de kameraden
vänner; kamrater
- vänner zelfstandig naamwoord
- kamrater zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kameraden:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kamrater	kameraden
vänner	kameraden	kameraadschap; vriendschap
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
vänner		vrienden

Verwante woorden van "kameraden":

kameraad

kameraad:

kameraad [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de kameraad (makker; vriend; vriendje; maatje; pal; gabber; kameraadje; maat; kompaan)
kompis
- kompis [-en] zelfstandig naamwoord
de kameraad (vriend; spitsbroeder; gabber; compagnon; kameraadje; kompaan; kornuit; maat; makker; gezel; maatje; pal)
vän; kompis; polare; kamrat
- vän zelfstandig naamwoord
- kompis [-en] zelfstandig naamwoord
- polare zelfstandig naamwoord
- kamrat [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kameraad:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kamrat	compagnon; gabber; gezel; kameraad; kameraadje; kompaan; kornuit; maat; maatje; makker; pal; spitsbroeder; vriend	gabbertje; gezel; hartsvriendin; kameraadje; maatje; makkertje; metgezel; vriendin; vriendje
kompis	compagnon; gabber; gezel; kameraad; kameraadje; kompaan; kornuit; maat; maatje; makker; pal; spitsbroeder; vriend; vriendje	boezemvriend; gabbertje; genoot; gezel; hartsvriend; kameraadje; maat; maatje; makkertje; partner; vriendje
polare	compagnon; gabber; gezel; kameraad; kameraadje; kompaan; kornuit; maat; maatje; makker; pal; spitsbroeder; vriend	boezemvriend; gabbertje; genoot; goser; gozer; hartsvriend; kameraadje; kerel; knakker; knul; maatje; makkertje; vent; vriendje
vän	compagnon; gabber; gezel; kameraad; kameraadje; kompaan; kornuit; maat; maatje; makker; pal; spitsbroeder; vriend	gabbertje; intimus; kameraadje; maatje; makkertje; vriend; vriendje

Verwante woorden van "kameraad":

kameraden, kameraads, kameraadje

Wiktionary: kameraad

Cross Translation:

From	To	Via
• kameraad	→ kamrat	↔ comrade — title used by a Communist regime
• kameraad	→ kamrat; kompis	↔ camarade — Celui ou celle qui, en partager les occupations, la vie d’une ou de plusieurs personnes, contracter avec elles une sorte d’amitié et une communauté d’intérêts.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van kameraden

groep van kameraden