Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. jasje:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor jasje (Nederlands) in het Zweeds

jasje:

jasje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het jasje (colbert)
    jacka
    • jacka [-en] zelfstandig naamwoord
  2. het jasje (jekker; jas)
    sjömansjacka

Vertaal Matrix voor jasje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jacka colbert; jasje halflange herenjas; hes; jack; jak; jassen; kiel; loshangend kort overkleed; mantel; overjas
sjömansjacka jas; jasje; jekker

Verwante woorden van "jasje":


Wiktionary: jasje


Cross Translation:
FromToVia
jasje jacka veston — habil|fr vêtement masculin, d’intérieur ou de ville, court et sans basques.