Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. invaller:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor invaller (Nederlands) in het Zweeds

invaller:

invaller [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de invaller (hulpkracht; noodhulp)
    ersättare; suppleant; ställföreträdare
  2. de invaller (wisselspeler; wissel)
    byta spelare

Vertaal Matrix voor invaller:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
byta spelare invaller; wissel; wisselspeler
ersättare hulpkracht; invaller; noodhulp plaatsvervanger; remplaçant; substituut; vervangingsmiddel
ställföreträdare hulpkracht; invaller; noodhulp remplaçant; substituut
suppleant hulpkracht; invaller; noodhulp

Verwante woorden van "invaller":

  • invallers

Wiktionary: invaller


Cross Translation:
FromToVia
invaller reserv; inhoppare; ersättare; utfyllnad Lückenbüßer — Person/Organisation oder Sache, die als „zweite Wahl“ die Funktion/Rolle einer anderen übernimmt, die diese Funktion/Rolle aus irgendeinem Grund nicht ausübt

Computer vertaling door derden: