Nederlands
Uitgebreide vertaling voor integrerend (Nederlands) in het Zweeds
integrerend:
-
integrerend (fascinerend; boeiend)
fascinerande; hänförande; fängslandet; betagandet; betagande; hänförandet-
fascinerande bijvoeglijk naamwoord
-
hänförande bijvoeglijk naamwoord
-
fängslandet bijvoeglijk naamwoord
-
betagandet bijvoeglijk naamwoord
-
betagande bijvoeglijk naamwoord
-
hänförandet bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor integrerend:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
betagande | boeiend; fascinerend; integrerend | boeiende; fascinerende; meeslepend; zeer boeiend |
betagandet | boeiend; fascinerend; integrerend | |
fascinerande | boeiend; fascinerend; integrerend | boeiende; fascinerende |
fängslandet | boeiend; fascinerend; integrerend | intrigerend |
hänförande | boeiend; fascinerend; integrerend | hartverheffend |
hänförandet | boeiend; fascinerend; integrerend | hartverheffend |
integreren:
-
integreren (tot een eenheid worden)
Conjugations for integreren:
o.t.t.
- integreer
- integreert
- integreert
- integreren
- integreren
- integreren
o.v.t.
- integreerde
- integreerde
- integreerde
- integreerden
- integreerden
- integreerden
v.t.t.
- heb geïntegreerd
- hebt geïntegreerd
- heeft geïntegreerd
- hebben geïntegreerd
- hebben geïntegreerd
- hebben geïntegreerd
v.v.t.
- had geïntegreerd
- had geïntegreerd
- had geïntegreerd
- hadden geïntegreerd
- hadden geïntegreerd
- hadden geïntegreerd
o.t.t.t.
- zal integreren
- zult integreren
- zal integreren
- zullen integreren
- zullen integreren
- zullen integreren
o.v.t.t.
- zou integreren
- zou integreren
- zou integreren
- zouden integreren
- zouden integreren
- zouden integreren
en verder
- ben geïntegreerd
- bent geïntegreerd
- is geïntegreerd
- zijn geïntegreerd
- zijn geïntegreerd
- zijn geïntegreerd
diversen
- integreer!
- integreert!
- geïntegreerd
- integrerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor integreren:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
integrera | integreren; tot een eenheid worden |