Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. instaan:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor instaan (Nederlands) in het Zweeds

instaan:

instaan werkwoord (sta in, staat in, stond in, stonden in, ingestaan)

  1. instaan (borg staan)
    ge fullmakt
    • ge fullmakt werkwoord (ger fullmakt, gav fullmakt, givit fullmakt)

Conjugations for instaan:

o.t.t.
  1. sta in
  2. staat in
  3. staat in
  4. staan in
  5. staan in
  6. staan in
o.v.t.
  1. stond in
  2. stond in
  3. stond in
  4. stonden in
  5. stonden in
  6. stonden in
v.t.t.
  1. heb ingestaan
  2. hebt ingestaan
  3. heeft ingestaan
  4. hebben ingestaan
  5. hebben ingestaan
  6. hebben ingestaan
v.v.t.
  1. had ingestaan
  2. had ingestaan
  3. had ingestaan
  4. hadden ingestaan
  5. hadden ingestaan
  6. hadden ingestaan
o.t.t.t.
  1. zal instaan
  2. zult instaan
  3. zal instaan
  4. zullen instaan
  5. zullen instaan
  6. zullen instaan
o.v.t.t.
  1. zou instaan
  2. zou instaan
  3. zou instaan
  4. zouden instaan
  5. zouden instaan
  6. zouden instaan
diversen
  1. sta in!
  2. staat in!
  3. ingestaan
  4. instaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor instaan:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ge fullmakt borg staan; instaan

Verwante vertalingen van instaan