Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. inspringen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor inspringen (Nederlands) in het Zweeds

inspringen:

inspringen werkwoord (spring in, springt in, sprong in, sprongen in, ingesprongen)

  1. inspringen
    hoppa in i; stiga in i; hoppa ned i
    • hoppa in i werkwoord (hoppar in i, hoppade in i, hoppat in i)
    • stiga in i werkwoord (stiger in i, steg in i, stigit in i)
    • hoppa ned i werkwoord (hoppar ned i, hoppade ned i, hoppat ned i)
  2. inspringen
  3. inspringen
    indrag

Conjugations for inspringen:

o.t.t.
  1. spring in
  2. springt in
  3. springt in
  4. springen in
  5. springen in
  6. springen in
o.v.t.
  1. sprong in
  2. sprong in
  3. sprong in
  4. sprongen in
  5. sprongen in
  6. sprongen in
v.t.t.
  1. ben ingesprongen
  2. bent ingesprongen
  3. is ingesprongen
  4. zijn ingesprongen
  5. zijn ingesprongen
  6. zijn ingesprongen
v.v.t.
  1. was ingesprongen
  2. was ingesprongen
  3. was ingesprongen
  4. waren ingesprongen
  5. waren ingesprongen
  6. waren ingesprongen
o.t.t.t.
  1. zal inspringen
  2. zult inspringen
  3. zal inspringen
  4. zullen inspringen
  5. zullen inspringen
  6. zullen inspringen
o.v.t.t.
  1. zou inspringen
  2. zou inspringen
  3. zou inspringen
  4. zouden inspringen
  5. zouden inspringen
  6. zouden inspringen
diversen
  1. spring in!
  2. springt in!
  3. ingesprongen
  4. inspringend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor inspringen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
göra indrag inspringen
hoppa in i inspringen
hoppa ned i inspringen
indrag inspringen
stiga in i inspringen
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
indrag inspringing

Wiktionary: inspringen


Cross Translation:
FromToVia
inspringen ersätta remplacersuccéder à quelqu’un dans une place, dans un emploi.