Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor inrichting (Nederlands) in het Zweeds

inrichting:

inrichting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de inrichting (aankleding; versiering; decoratie)
    påklädning; dekoration; heminredning
  2. de inrichting (woninginrichting; inrichten; woningdecoratie)
    inredning; möblering
  3. de inrichting (krankzinnigeninrichting; psychiatrische inrichting; gekkenhuis; )
    mentalsjukhus

Vertaal Matrix voor inrichting:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dekoration aankleding; decoratie; inrichting; versiering aankleding; bordgarneersel; corsage; decor; decoratie; draperie; ereteken; garnering; grafisch element; onderscheiding; onderscheidingsteken; opluistering; opschik; opsiering; opsmuk; ornamentiek; ridderorde; sierwerk; smuk; tooi; versiering; versiersel
heminredning aankleding; decoratie; inrichting; versiering woningplattegrond
inredning inrichten; inrichting; woningdecoratie; woninginrichting
mentalsjukhus dolhuis; gekkenhuis; gesticht; inrichting; krankzinnigengesticht; krankzinnigeninrichting; psychiatrische inrichting gekkenhuis
möblering inrichten; inrichting; woningdecoratie; woninginrichting ameublement; meubelen; meubels; meubilair; meubilering
påklädning aankleding; decoratie; inrichting; versiering

Wiktionary: inrichting


Cross Translation:
FromToVia
inrichting inredning Einrichtung — (Wohnung) Möbel und Dekoration
inrichting inrättande Einrichtung — die Handlung, etwas zu gründen bzw. zu erstellen
inrichting inrättning Einrichtung — ein Ort, der zu einem bestimmten Zweck errichtet wurde
inrichting anordning Einrichtung — ein elektronisches oder technisches Gerät
inrichting institut Institut — (umgangssprachlich) Gebäude, in dem sich [1] befindet
inrichting apparat appareilobjet conçu par l’homme afin de faciliter un travail.

Verwante vertalingen van inrichting