Nederlands
Uitgebreide vertaling voor innigheid (Nederlands) in het Zweeds
innigheid:
-
de innigheid (liefde; genegenheid)
-
de innigheid (tederheid; zachtheid; liefkozing; gevoeligheid; hartelijkheid)
-
de innigheid (intimiteit; vertrouwelijkheid)
Vertaal Matrix voor innigheid:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
intimität | innigheid; intimiteit; vertrouwelijkheid | |
kärlek | genegenheid; innigheid; liefde | lieveling; lieverd; schatje; snoepje; snoes |
tillgivenhet | genegenheid; innigheid; liefde | aanhankelijkheid; aanhechting; affectie; gehechtheid; genegenheid; toegenegenheid; verknochtheid |
ömhet | gevoeligheid; hartelijkheid; innigheid; liefkozing; tederheid; zachtheid | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
kärlek | beminnen; minnen |
Verwante woorden van "innigheid":
innig:
-
innig (diep; intens)
-
innig (diepgevoeld)
innerligt; innerlig; djupt känd-
innerligt bijvoeglijk naamwoord
-
innerlig bijvoeglijk naamwoord
-
djupt känd bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor innig:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
djup | diepte | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
djup | diep; innig; intens | degelijk; diep; diepgaand; diepgravend; diepliggend; diepzinnig; grondig; helemaal; niet oppervlakkig; pijnlijk; totaal; volkomen; zeer |
djupt känd | diepgevoeld; innig | van harte; welgemeend |
innerlig | diepgevoeld; innig | intens; intensief; van harte; welgemeend |
innerligt | diep; diepgevoeld; innig; intens | diep; diepzinnig; fervent; intens; intensief; intiem; van harte; vertrouwelijk; vurig; welgemeend |