Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- incidenteel:
-
Wiktionary:
- incidenteel → tillfällig
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor incidenteel (Nederlands) in het Zweeds
incidenteel:
-
incidenteel (sporadisch; zelden)
-
incidenteel (af en toe; soms; weleens; nu en dan)
ibland; tillfällig; tillfälligt-
ibland bijvoeglijk naamwoord
-
tillfällig bijvoeglijk naamwoord
-
tillfälligt bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor incidenteel:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
tillfällig | interim; tussenpoos; tussentijd | |
tillfälligt | uitzendkracht | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ibland | af en toe; incidenteel; nu en dan; soms; weleens | |
sporadisk | incidenteel; sporadisch; zelden | |
sporadiskt | incidenteel; sporadisch; zelden | |
tillfällig | af en toe; incidenteel; nu en dan; soms; weleens | aards; in het voorbijgaan; informeel; kortstondig; losjes; momenteel; momentele; op dit ogenblik; provisorisch; temporeel; terloops; tijdelijk; tijdelijke; tussentijds; voor enige tijd; voorbijgaand; voorlopig; vrijblijvend; zolang |
tillfälligt | af en toe; incidenteel; nu en dan; soms; weleens | aards; in het voorbijgaan; informeel; kortstondig; loco-; losjes; momenteel; momentele; op de bonnefooi; op dit ogenblik; op goed geluk; plaatsvervangend; provisorisch; temporeel; terloops; tijdelijk; tijdelijke; toevallig; tussentijds; voor enige tijd; voorbijgaand; voorlopig; vrijblijvend; waarnemend; zolang |
Verwante woorden van "incidenteel":
Wiktionary: incidenteel
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• incidenteel | → tillfällig | ↔ accidentel — Qui arrive par accident. |