Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. inbaar:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor inbaar (Nederlands) in het Zweeds

inbaar:

inbaar bijvoeglijk naamwoord

  1. inbaar (opvorderbaar; opeisbaar; incasseerbaar)
    fordringsbar; fordringsbart

Vertaal Matrix voor inbaar:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fordringsbar inbaar; incasseerbaar; opeisbaar; opvorderbaar
fordringsbart inbaar; incasseerbaar; opeisbaar; opvorderbaar

Verwante woorden van "inbaar":

  • inbare