Nederlands
Uitgebreide vertaling voor in het voorbijgaan (Nederlands) in het Zweeds
in het voorbijgaan:
-
in het voorbijgaan (terloops; losjes)
tillfälligt; tillfällig; flyktigt; förbipasserande-
tillfälligt bijvoeglijk naamwoord
-
tillfällig bijvoeglijk naamwoord
-
flyktigt bijvoeglijk naamwoord
-
förbipasserande bijvoeglijk naamwoord
-