Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- impuls:
-
Wiktionary:
- impuls → rörelsemängd
- impuls → rörelsemängd, impuls
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor impuls (Nederlands) in het Zweeds
impuls:
-
de impuls (stimulans; prikkel)
-
de impuls (luim; opwelling; prikkel)
-
de impuls (aandrang; neiging; drang; aandrift; drift)
krävande; ansättande; tillmanande-
krävande zelfstandig naamwoord
-
ansättande zelfstandig naamwoord
-
tillmanande zelfstandig naamwoord
-
Vertaal Matrix voor impuls:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ansättande | aandrang; aandrift; drang; drift; impuls; neiging | |
impuls | impuls; luim; opwelling; prikkel | impulsmoment |
infall | impuls; luim; opwelling; prikkel | aanval; bevlieging; bui; gril; kuur; luim; nuk; opwelling; vlaag |
krävande | aandrang; aandrift; drang; drift; impuls; neiging | |
lyft | impuls; prikkel; stimulans | |
nyck | impuls; luim; opwelling; prikkel | bui; gril; kuur; luim; nuk |
puff uppåt | impuls; prikkel; stimulans | |
tillmanande | aandrang; aandrift; drang; drift; impuls; neiging | |
uppsving | impuls; prikkel; stimulans | rijzing |
Verwante woorden van "impuls":
Wiktionary: impuls
impuls
Cross Translation:
noun
-
product van massa en snelheid
- impuls → rörelsemängd
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• impuls | → rörelsemängd | ↔ momentum — product of mass and velocity |
• impuls | → impuls | ↔ Impuls — Anstoß, Anregung |
Computer vertaling door derden: