Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. imponerend:
  2. imponeren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor imponerend (Nederlands) in het Zweeds

imponerend:


imponerend vorm van imponeren:

imponeren werkwoord (imponeer, imponeert, imponeerde, imponeerden, geïmponeerd)

  1. imponeren (ontzag inboezemen; indruk maken; eerbied wekken)
    inge vördnad; injaga respekt
    • inge vördnad werkwoord (inger vördnad, ingav vördnad, ingivit vördnad)
    • injaga respekt werkwoord (injagar respekt, injagade respekt, injagat respekt)

Conjugations for imponeren:

o.t.t.
  1. imponeer
  2. imponeert
  3. imponeert
  4. imponeren
  5. imponeren
  6. imponeren
o.v.t.
  1. imponeerde
  2. imponeerde
  3. imponeerde
  4. imponeerden
  5. imponeerden
  6. imponeerden
v.t.t.
  1. heb geïmponeerd
  2. hebt geïmponeerd
  3. heeft geïmponeerd
  4. hebben geïmponeerd
  5. hebben geïmponeerd
  6. hebben geïmponeerd
v.v.t.
  1. had geïmponeerd
  2. had geïmponeerd
  3. had geïmponeerd
  4. hadden geïmponeerd
  5. hadden geïmponeerd
  6. hadden geïmponeerd
o.t.t.t.
  1. zal imponeren
  2. zult imponeren
  3. zal imponeren
  4. zullen imponeren
  5. zullen imponeren
  6. zullen imponeren
o.v.t.t.
  1. zou imponeren
  2. zou imponeren
  3. zou imponeren
  4. zouden imponeren
  5. zouden imponeren
  6. zouden imponeren
en verder
  1. ben geïmponeerd
  2. bent geïmponeerd
  3. is geïmponeerd
  4. zijn geïmponeerd
  5. zijn geïmponeerd
  6. zijn geïmponeerd
diversen
  1. imponeer!
  2. imponeert!
  3. geïmponeerd
  4. imponerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor imponeren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inge vördnad eerbied wekken; imponeren; indruk maken; ontzag inboezemen
injaga respekt eerbied wekken; imponeren; indruk maken; ontzag inboezemen