Nederlands
Uitgebreide vertaling voor imaginair (Nederlands) in het Zweeds
imaginair:
-
imaginair (denkbeeldig; fantastisch; illusoir)
påhittat; fiktivt; fantiserat; imaginär; illusorisk; illusoriskt; imaginärt; fantiserad-
påhittat bijvoeglijk naamwoord
-
fiktivt bijvoeglijk naamwoord
-
fantiserat bijvoeglijk naamwoord
-
imaginär bijvoeglijk naamwoord
-
illusorisk bijvoeglijk naamwoord
-
illusoriskt bijvoeglijk naamwoord
-
imaginärt bijvoeglijk naamwoord
-
fantiserad bijvoeglijk naamwoord
-
-
imaginair (denkbeeldig; ingebeeld; hypothetisch)