Nederlands
Uitgebreide vertaling voor illusoir (Nederlands) in het Zweeds
illusoir:
-
illusoir (bedrieglijk; misleidend)
svekfullt; bedrägligt; bedräglig; svekfull; vilseledandet-
svekfullt bijvoeglijk naamwoord
-
bedrägligt bijvoeglijk naamwoord
-
bedräglig bijvoeglijk naamwoord
-
svekfull bijvoeglijk naamwoord
-
vilseledandet bijvoeglijk naamwoord
-
-
illusoir (imaginair; denkbeeldig; fantastisch)
påhittat; fiktivt; fantiserat; imaginär; illusorisk; imaginärt; fantiserad; illusoriskt-
påhittat bijvoeglijk naamwoord
-
fiktivt bijvoeglijk naamwoord
-
fantiserat bijvoeglijk naamwoord
-
imaginär bijvoeglijk naamwoord
-
illusorisk bijvoeglijk naamwoord
-
imaginärt bijvoeglijk naamwoord
-
fantiserad bijvoeglijk naamwoord
-
illusoriskt bijvoeglijk naamwoord
-