Nederlands

Uitgebreide vertaling voor illusoir (Nederlands) in het Zweeds

illusoir:

illusoir bijvoeglijk naamwoord

  1. illusoir (bedrieglijk; misleidend)
    svekfullt; bedrägligt; bedräglig; svekfull; vilseledandet
  2. illusoir (imaginair; denkbeeldig; fantastisch)
    påhittat; fiktivt; fantiserat; imaginär; illusorisk; imaginärt; fantiserad; illusoriskt

Vertaal Matrix voor illusoir:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedräglig bedrieglijk; illusoir; misleidend achterbaks; doortrapt; geniepig; gluiperig; in het geniep; listig; slinks; snood; stiekem
bedrägligt bedrieglijk; illusoir; misleidend achterbaks; doortrapt; geniepig; gluiperig; in het geniep; leugenachtig; listig; slinks; snood; stiekem
fantiserad denkbeeldig; fantastisch; illusoir; imaginair
fantiserat denkbeeldig; fantastisch; illusoir; imaginair
fiktivt denkbeeldig; fantastisch; illusoir; imaginair bedacht; denkbeeldig; fictief; gefingeerd; verzonnen
illusorisk denkbeeldig; fantastisch; illusoir; imaginair
illusoriskt denkbeeldig; fantastisch; illusoir; imaginair
imaginär denkbeeldig; fantastisch; illusoir; imaginair denkbeeldig; hypothetisch; imaginair; ingebeeld
imaginärt denkbeeldig; fantastisch; illusoir; imaginair denkbeeldig; hypothetisch; imaginair; ingebeeld
påhittat denkbeeldig; fantastisch; illusoir; imaginair bedacht; denkbeeldig; fictief; gefabriceerd; gefantaseerd; gefingeerd; verzonnen
svekfull bedrieglijk; illusoir; misleidend duister; louche; onbetrouwbaar; onguur; vals; verdacht; verraderlijk
svekfullt bedrieglijk; illusoir; misleidend duister; louche; onbetrouwbaar; onguur; perfide; vals; verdacht; verraderlijk
vilseledandet bedrieglijk; illusoir; misleidend

Verwante woorden van "illusoir":

  • illusoire