Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ijk:
  2. ijken:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ijk (Nederlands) in het Zweeds

ijk:

ijk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de ijk (ijkmerk)
    normalmått
  2. de ijk (ijking)
    justering; kalibrering

Vertaal Matrix voor ijk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
justering ijk; ijking aanpassing; bijstelling; herstelling van materiaal; kalibrering; revisie; uitlijning
kalibrering ijk; ijking kalibrering; schaalverdeling
normalmått ijk; ijkmerk

Verwante woorden van "ijk":


ijken:

ijken [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het ijken (afregelen; instellen)
    justerande; anpassande

Vertaal Matrix voor ijken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anpassande afregelen; ijken; instellen
justerande afregelen; ijken; instellen

Verwante woorden van "ijken":


Wiktionary: ijken


Cross Translation:
FromToVia
ijken kalibrera kalibrieren — (von Messgeräten) durch Messung von Gegenständen mit bekannten Werten einstellen, ohne in den Messprozess einzugreifen
ijken kalibrera étalonner — métrologie|fr comparer un poids, une mesure à un étalon, ou régler un appareil de mesure de façon à rendre ses résultats conformes à ceux d’un étalon.