Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ijdelheid (Nederlands) in het Zweeds

ijdelheid:

ijdelheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de ijdelheid (ijdeltuiterij; wuftheid)
    fåfänga
  2. de ijdelheid (zelfingenomenheid; eigendunk; egotisme; )

Vertaal Matrix voor ijdelheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fåfänga ijdelheid; ijdeltuiterij; wuftheid eigenwanen; ijdeltuit; inbeeldingen; ingebeeldheden; ingenomendheden; verwaandheden
själv tillfredställelse arrogantie; egotisme; eigendunk; eigenwaan; hoogmoed; ijdelheid; zelfgenoegzaamheid; zelfingenomenheid

Verwante woorden van "ijdelheid":


Wiktionary: ijdelheid


Cross Translation:
FromToVia
ijdelheid fåfänga conceit — overly high self-esteem
ijdelheid fåfänga vanity — excessive pride
ijdelheid tomhet; fåfänglighet inanitéétat de ce qui est vain, inutile.

ijdelheid vorm van ijdel:

ijdel bijvoeglijk naamwoord

  1. ijdel (zelfingenomen; zelfgenoegzaam; verwaand; ingebeeld)
    egetkär; arrogant; egoistiskt; självbelåten; självbelåtet
  2. ijdel (ongevuld; leeg; loos)
    tom; tomt; oanvänd; outnyttjat; oanvänt
  3. ijdel (tevergeefs; nutteloos; zonder resultaat; vergeefs; vruchteloos)
    förgäves
  4. ijdel (vruchteloos; onbeduidend)
    meningslös; fåfäng; meningslöst; fåfängt; gagnlöst; fruktlöst

Vertaal Matrix voor ijdel:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arrogant ijdel; ingebeeld; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; trots; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
egetkär ijdel; ingebeeld; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
egoistiskt ijdel; ingebeeld; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen baatzuchtig; egoïstisch; zelfzuchtig
fruktlöst ijdel; onbeduidend; vruchteloos
fåfäng ijdel; onbeduidend; vruchteloos
fåfängt ijdel; onbeduidend; vruchteloos
förgäves ijdel; nutteloos; tevergeefs; vergeefs; vruchteloos; zonder resultaat
gagnlöst ijdel; onbeduidend; vruchteloos onrendabel; verliesgevend
meningslös ijdel; onbeduidend; vruchteloos hol; inhoudsloos; leeg; nietszeggend; nutteloos; onzinnig; zinledig; zinloos; zonder nut
meningslöst ijdel; onbeduidend; vruchteloos futiel; hol; inhoudsloos; leeg; nietsbetekenend; nietszeggend; nutteloos; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; onzinnig; triviaal; weinigzeggend; zinledig; zinloos; zonder nut
oanvänd ijdel; leeg; loos; ongevuld onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend
oanvänt ijdel; leeg; loos; ongevuld onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend
outnyttjat ijdel; leeg; loos; ongevuld
självbelåten ijdel; ingebeeld; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
självbelåtet ijdel; ingebeeld; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
tom ijdel; leeg; loos; ongevuld ledig; leeg; luchtledig; onbezet; vacuum; zonder inhoud
tomt ijdel; leeg; loos; ongevuld blanco; hol; inhoudsloos; ledig; leeg; luchtledig; nietszeggend; onbeschreven; onbezet; oningevuld; vacuum; zonder inhoud

Verwante woorden van "ijdel":


Verwante definities voor "ijdel":

  1. vergeefs, nutteloos1
    • hij had de ijdele hoop dat ze nog zou komen1
  2. wie zichzelf bewondert en/of door anderen bewonderd wil worden1
    • hij is zo ijdel: hij staat uren voor de spiegel1

Wiktionary: ijdel


Cross Translation:
FromToVia
ijdel fåfäng vain — overly proud of one's appearance
ijdel fosterfördrivande; ofullgången; outvecklad abortif — (vieilli) Qui venir avant terme, qui n’pouvoir acquérir son entier développement.
ijdel fåfäng; inbilsk vaniteux — Personne vaniteuse.