Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ieder:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ieder (Nederlands) in het Zweeds

ieder:

ieder bijvoeglijk naamwoord

  1. ieder (elkeen; iedereen; elk; allen)
    vem som helst; var och en; allt

Vertaal Matrix voor ieder:

PronounVerwante vertalingenAndere vertalingen
- elk
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
allt allen; elk; elkeen; ieder; iedereen allemaal; alles; compleet; helemaal; totaal; volledig
var och en allen; elk; elkeen; ieder; iedereen
vem som helst allen; elk; elkeen; ieder; iedereen eenieder

Verwante woorden van "ieder":


Synoniemen voor "ieder":


Verwante definities voor "ieder":

  1. alles wat genoemd is, is meegeteld1
    • ieder kind heeft liefde nodig1

Wiktionary: ieder


Cross Translation:
FromToVia
ieder varje; alla each — every
ieder var; varje every — all of a countable group
ieder varje jeder — Bildet eine Iteration über alle Einzelnen einer Gruppe

Verwante vertalingen van ieder