Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. huls:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor huls (Nederlands) in het Zweeds

huls:

huls [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de huls (omhulsel; verpakking; omkleedsel; omwindsel)
    förpackning; skal; omslag
    • förpackning [-en] zelfstandig naamwoord
    • skal [-ett] zelfstandig naamwoord
    • omslag [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. de huls (omhulsel; buitenkant; omwindsel; omkleedsel)
    förpackning; emballage; omslag; hölje

Vertaal Matrix voor huls:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
emballage buitenkant; huls; omhulsel; omkleedsel; omwindsel verpakken
förpackning buitenkant; huls; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; verpakking emballage; verpakking
hölje buitenkant; huls; omhulsel; omkleedsel; omwindsel
omslag buitenkant; huls; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; verpakking albumhoes; banddoek; draagband; draagverband; halflange herenjas; hoes; l.p.hoes; mitella; platenhoes; schifting; sortering; uitsplitsing; verschuiving
skal huls; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; verpakking bolster; chassis; dop; geraamte; peul; schaal; schelp; schil; vel; weergave

Verwante woorden van "huls":

  • hulzen

Wiktionary: huls


Cross Translation:
FromToVia
huls fodral sheath — long case