Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hulpeloos (Nederlands) in het Zweeds

hulpeloos:

hulpeloos bijvoeglijk naamwoord

  1. hulpeloos (weerloos)
    hjälplöst; hjälplös; maktlös; försvarslöst; maktlöst
  2. hulpeloos (onmachtig)
    hjälplös; hjälplöst; vanmäktig; vanmäktigt; kraftlöst

Vertaal Matrix voor hulpeloos:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
maktlös benauwende toestand; keurslijf
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
försvarslöst hulpeloos; weerloos
hjälplös hulpeloos; onmachtig; weerloos machteloos; onmachtig
hjälplöst hulpeloos; onmachtig; weerloos krachteloos; machteloos; onmachtig
kraftlöst hulpeloos; onmachtig bleekjes; mat; niet uitbundig; pips; slap; slapjes; wee; ziekelijk; zwak
maktlös hulpeloos; weerloos krachteloos
maktlöst hulpeloos; weerloos krachteloos
vanmäktig hulpeloos; onmachtig
vanmäktigt hulpeloos; onmachtig

Verwante woorden van "hulpeloos":