Nederlands
Uitgebreide vertaling voor hulpeloos (Nederlands) in het Zweeds
hulpeloos:
-
hulpeloos (weerloos)
hjälplöst; hjälplös; maktlös; försvarslöst; maktlöst-
hjälplöst bijvoeglijk naamwoord
-
hjälplös bijvoeglijk naamwoord
-
maktlös bijvoeglijk naamwoord
-
försvarslöst bijvoeglijk naamwoord
-
maktlöst bijvoeglijk naamwoord
-
-
hulpeloos (onmachtig)
hjälplös; hjälplöst; vanmäktig; vanmäktigt; kraftlöst-
hjälplös bijvoeglijk naamwoord
-
hjälplöst bijvoeglijk naamwoord
-
vanmäktig bijvoeglijk naamwoord
-
vanmäktigt bijvoeglijk naamwoord
-
kraftlöst bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor hulpeloos:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
maktlös | benauwende toestand; keurslijf | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
försvarslöst | hulpeloos; weerloos | |
hjälplös | hulpeloos; onmachtig; weerloos | machteloos; onmachtig |
hjälplöst | hulpeloos; onmachtig; weerloos | krachteloos; machteloos; onmachtig |
kraftlöst | hulpeloos; onmachtig | bleekjes; mat; niet uitbundig; pips; slap; slapjes; wee; ziekelijk; zwak |
maktlös | hulpeloos; weerloos | krachteloos |
maktlöst | hulpeloos; weerloos | krachteloos |
vanmäktig | hulpeloos; onmachtig | |
vanmäktigt | hulpeloos; onmachtig |