Nederlands
Uitgebreide vertaling voor huisvuil (Nederlands) in het Zweeds
huisvuil:
-
het huisvuil (vuilnis; voddengoed; afval; vullis; rommel; huisafval; grofvuil; drek)
hushållsavfall; sopor; avfall; hushållssopor-
hushållsavfall zelfstandig naamwoord
-
sopor zelfstandig naamwoord
-
hushållssopor zelfstandig naamwoord
-
Vertaal Matrix voor huisvuil:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
avfall | afval; drek; grofvuil; huisafval; huisvuil; rommel; voddengoed; vuilnis; vullis | afval; afvalmateriaal; afvalstof; rondwarende schaduwen; rotzooi; schaduwen; schimmen; verkwisting; verspilling; vuilnis |
hushållsavfall | afval; drek; grofvuil; huisafval; huisvuil; rommel; voddengoed; vuilnis; vullis | huishoudelijk afval |
hushållssopor | afval; drek; grofvuil; huisafval; huisvuil; rommel; voddengoed; vuilnis; vullis | |
sopor | afval; drek; grofvuil; huisafval; huisvuil; rommel; voddengoed; vuilnis; vullis | afval; prullen; rotzooi; vuilnis |