Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. huismus:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor huismus (Nederlands) in het Zweeds

huismus:

huismus [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de huismus
    mes
    • mes [-en] zelfstandig naamwoord
  2. de huismus (thuisblijver; thuisblijfster)
    stanna hemma

Vertaal Matrix voor huismus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mes huismus angsthaas; bangerd; bangerik; groentje; hazenpoot; lafaard; lafbek; melkmuil; zwakkeling
stanna hemma huismus; thuisblijfster; thuisblijver

Verwante woorden van "huismus":


Wiktionary: huismus


Cross Translation:
FromToVia
huismus gråsparv sparrowPasser domesticus