Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. huisbewaarder:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor huisbewaarder (Nederlands) in het Zweeds

huisbewaarder:

huisbewaarder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de huisbewaarder (huismeester)
    vaktmästare; tillsyningsman

Vertaal Matrix voor huisbewaarder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tillsyningsman huisbewaarder; huismeester
vaktmästare huisbewaarder; huismeester bewaker; cipier; conciërge; conciërges; gevangenbewaarder; huismeeesters; oppasser; ordebewaarder; portier; schoolbewaarder; schoolbewaarders; suppoost; wacht

Verwante woorden van "huisbewaarder":

  • huisbewaarders