Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. hort:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hort (Nederlands) in het Zweeds

hort:

hort [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de hort (schokkende beweging; schok; stoot)
    skakning

Vertaal Matrix voor hort:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skakning hort; schok; schokkende beweging; stoot convulsie; geschok; geschud; huivering; kramp; rilling; samentrekking; schouderophalen; siddering; stuip; stuiptrekking; tremor; trilling
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skakning stuiptrekkend

Verwante woorden van "hort":


Verwante vertalingen van hort