Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. horloge:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor horloge (Nederlands) in het Zweeds

horloge:

horloge [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het horloge
    armbandsur

Vertaal Matrix voor horloge:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
armbandsur horloge klokje; polshorloge; zakhorloge; zakuurwerk

Verwante woorden van "horloge":

  • horloges

Verwante definities voor "horloge":

  1. klokje om je pols1
    • het bandje van mijn horloge is stuk1

Wiktionary: horloge


Cross Translation:
FromToVia
horloge klocka UhrInstrument zur Messung der Zeit, Chronometer
horloge klocka; armbandsur watch — portable or wearable timepiece
horloge armbandsur wristwatch — watch worn on the wrist