Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hoogst (Nederlands) in het Zweeds

hoogst:

hoogst bijwoord

  1. hoogst (allerhoogst; opperst)
    allenarådande; högst; suveränt
  2. hoogst (buitengemeen; zeer)
    fantastiskt; utomordentlig; utomordentligt; exeptionell; exeptionellt
  3. hoogst (ten zeerste; uitermate)
    i högsta grad
  4. hoogst (uiterst; bijzonder; extreem; )
    ovanligt; extrem; ovanlig

Vertaal Matrix voor hoogst:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
högst maximum; maximumbedrag
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- uiteindelijk
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
allenarådande allerhoogst; hoogst; opperst
exeptionell buitengemeen; hoogst; zeer uitzonderlijke
exeptionellt buitengemeen; hoogst; zeer uitzonderlijk; uitzonderlijke; zeldzaam
extrem bijzonder; buitengewoon; ergst; extreem; grootst; hoogst; maximaal; meest; uiterst radicaal; radikaal; volkomen
fantastiskt buitengemeen; hoogst; zeer dolletjes; enig; fabelachtig; fabuleus; fantastisch; fantastische; fenomenaal; formidabel; gaaf; geschikt; geweldig; glorierijk; groots; heilig; krankzinnig; prachtig; puik; reuze; riant; te gek; tof; verheerlijkt; waanzinnig; wijs; zalig
högst allerhoogst; hoogst; opperst bovenste; hoogste; opperste; voornaamst
i högsta grad hoogst; ten zeerste; uitermate
ovanlig bijzonder; buitengewoon; ergst; extreem; grootst; hoogst; maximaal; meest; uiterst curieus; exclusief; merkwaardig; ongebruikelijk; speciaal; uitzonderlijk; uitzonderlijke; vreemd; zeldzaam
ovanligt bijzonder; buitengewoon; ergst; extreem; grootst; hoogst; maximaal; meest; uiterst curieus; exclusief; merkwaardig; ongebruikelijk; speciaal; uitzonderlijk; uitzonderlijke; vreemd; zeldzaam
suveränt allerhoogst; hoogst; opperst soeverein
utomordentlig buitengemeen; hoogst; zeer overtreffend; riant; tartend
utomordentligt buitengemeen; hoogst; zeer glansrijk; glorierijk; heilig; overtreffend; riant; schitterend; tartend; verheerlijkt; zalig

Verwante woorden van "hoogst":


Wiktionary: hoogst


Cross Translation:
FromToVia
hoogst yttersta utmost — The most extreme, ultimate

hoogst vorm van hoog:

hoog bijvoeglijk naamwoord

  1. hoog (hooggelegen)
    hög; högt
    • hög bijvoeglijk naamwoord
    • högt bijvoeglijk naamwoord
  2. hoog (schel; scherp; schril; hard; snerpend)
    skarpt; gäll; gällt; genomträngande

Vertaal Matrix voor hoog:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hög heipaal; hoop; opeenstapeling; opstapeling; schelf; stapel; stapeling; terp
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
genomträngande hard; hoog; schel; scherp; schril; snerpend doordringend; indringend; penetrant; schel klinkend; scherp; scherpklinkend
gäll hard; hoog; schel; scherp; schril; snerpend
gällt hard; hoog; schel; scherp; schril; snerpend doordringend; indringend; schel klinkend; scherp; scherpklinkend
hög hoog; hooggelegen hard; hoog geplaatst; luid; luid klinkend; rijzig
högt hoog; hooggelegen hard; hardop; hoog geplaatst; luid; luid klinkend; luidkeels; rijzig; uit volle borst
skarpt hard; hoog; schel; scherp; schril; snerpend bijdehand; fel; gehaaid; gescherpt; gevat; gewiekst; hanig; kien; messcherp; met een scherp oog; nauwlettend; pienter; pikant; pinnig; puntig; scherp; scherp gepunt; scherpgerand; scherpklinkend; slim; snedig; snibbig; spits; uitgekookt; uitgeslapen; verlekkerd; vinnig; vlijmend

Verwante woorden van "hoog":


Antoniemen van "hoog":


Verwante definities voor "hoog":

  1. behoorlijk ver van de grond1
    • de doelman maakte een hoge sprong1
  2. met een grote waarde1
    • ze vragen een hoge prijs voor dit huis1
  3. scherp, licht en helder1
    • ze heeft een hoge stem1
  4. ver in rang of volgorde1
    • de hogere klassen hebben vrij1

Wiktionary: hoog

hoog
adjective
  1. 2, 3, 4

Cross Translation:
FromToVia
hoog hög high — elevated
hoog hög high — tall, lofty
hoog hög high — of great or large quantity
hoog hög tall — of a building
hoog hög hochsozial: vornehm, im Rang weit oben stehend
hoog hög hochakustische Wahrnehmung: mit großer Schwingungszahl
hoog hög hochgroß in der Ausdehnung nach oben; eine bestimmte Höhe aufweisend
hoog hög hoch — weit oben befindlich
hoog ljudelig; ljudlig haut — Qui élever. — note Par opposition à bas et à petit, en parlant d’un objet considérer par rapport à tous les autres objets du même genre, ou seulement par comparaison à un ou à plusieurs autres.

Verwante vertalingen van hoogst