Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hoofden (Nederlands) in het Zweeds

hoofden:

hoofden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de hoofden (koppen)
    huvud
    • huvud [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hoofden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
huvud hoofden; koppen berichtkop; header; hersenen; hersens; hoofd; hoofdeinde; krop; kroppen; opeengepakte bladeren

Verwante woorden van "hoofden":


hoofd:

hoofd [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het hoofd (hoofd van een mens; bol)
    mänskligt huvud
  2. het hoofd (hoofdeinde)
    huvud
    • huvud [-ett] zelfstandig naamwoord
  3. het hoofd (aanhef; titel)
    inledning; början av brevet; inledning av ett brev
  4. het hoofd (aanvoerder; leider; hoofdman)
    huvudman; kapten; ledare; chef
    • huvudman zelfstandig naamwoord
    • kapten [-en] zelfstandig naamwoord
    • ledare [-en] zelfstandig naamwoord
    • chef [-en] zelfstandig naamwoord
  5. het hoofd (schoolhoofd; schooldirecteur; rector; hoofdonderwijzer)
    skolrektor; rektor
  6. het hoofd (chef; baas; werkbaas; voorman)
    ledare; chef
    • ledare [-en] zelfstandig naamwoord
    • chef [-en] zelfstandig naamwoord
  7. het hoofd (chef; baas)
    chef; direktör
    • chef [-en] zelfstandig naamwoord
    • direktör [-en] zelfstandig naamwoord
  8. het hoofd (opperhoofd; stamhoofd; hoofdleider; hoofdman)
    hövding; ledare; huvudman

hoofd bijvoeglijk naamwoord

  1. hoofd (voornaamste)
    huvudsakligen

Vertaal Matrix voor hoofd:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
början av brevet aanhef; hoofd; titel
chef aanvoerder; baas; chef; hoofd; hoofdman; leider; voorman; werkbaas baas; bedrijfsleider; directeur; leidinggevend personeel; manager; meerdere; meester; patroon; superieur; toean
direktör baas; chef; hoofd bedrijfsleider; directeur; manager; opnameleider; regisseur; zetbaas
huvud hoofd; hoofdeinde berichtkop; header; hersenen; hersens; hoofden; koppen; krop; kroppen; opeengepakte bladeren
huvudman aanvoerder; hoofd; hoofdleider; hoofdman; leider; opperhoofd; stamhoofd lastgever; opdrachtgever
hövding hoofd; hoofdleider; hoofdman; opperhoofd; stamhoofd
inledning aanhef; hoofd; titel beginne; invoering
inledning av ett brev aanhef; hoofd; titel
kapten aanvoerder; hoofd; hoofdman; leider bevelhebber; captain; commandant; directeur; gezagvoerder; kapitein; overste; scheepsgezagvoerder; scheepskapitein; schipper; vliegtuigkapitein; vlootschipper
ledare aanvoerder; baas; chef; hoofd; hoofdleider; hoofdman; leider; opperhoofd; stamhoofd; voorman; werkbaas baas; directeuren; directeurs; elektriciteitsgeleider; geleider; groepsleider; haantje-de-voorste; haantjes de voorste; hoofdartikel; hoofdmannen; hopvrouw; kopman; leider; leiders; leidsmannen; meerdere; meester; opperhoofden; patroon; plaatsbekleder; redactioneel commentaar; stadhouder; superieur; voorwerker; zetbaas
mänskligt huvud bol; hoofd; hoofd van een mens
rektor hoofd; hoofdonderwijzer; rector; schooldirecteur; schoolhoofd bovenmeester
skolrektor hoofd; hoofdonderwijzer; rector; schooldirecteur; schoolhoofd
- kop
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
huvudsakligen hoofd; voornaamste hoofdzakelijk; in de eerste plaats; in het bijzonder; in wezen; met name; overwegend; vooral; voornamelijk

Verwante woorden van "hoofd":


Synoniemen voor "hoofd":


Verwante definities voor "hoofd":

  1. wie de leiding heeft1
    • wie is het hoofd van de afdeling?1
  2. bovenste deel van het lichaam, met ogen, neus, mond, etc.1
    • ik zag het hoofd van Jan boven het hek uit komen1

Wiktionary: hoofd

hoofd
noun
  1. een belangrijk lichaamsdeel, helemaal bovenaan het lichaam, waarin zich de hersenen en de meeste zintuigen bevinden

Cross Translation:
FromToVia
hoofd huvud; skalle head — part of the body
hoofd huvud; ända; övre; topp; spets head — topmost or leading part
hoofd föreståndare; direktör; chef; ledare head — leader or chief
hoofd ledare Leiter — Person, die etwas leitet beziehungsweise als verantwortlicher Vorgesetzter in leitender Position steht
hoofd chef chef — Celui ou celle qui être à la tête d’un corps, d’une assemblée, etc., qui y a le premier rang et la principale autorité.
hoofd rubrik rubrique — (histoire) médecine|fr terre rouge dont les chirurgiens se servaient autrefois pour étancher le sang et pour faire des emplâtres siccatifs.
hoofd huvud tête — anatomie|fr partie supérieure du corps, qui est le siège du cerveau et des principaux organes des sens, et qui, chez l’homme et chez la plupart des vertébrés, tenir au reste du corps par le cou.

Verwante vertalingen van hoofden