Nederlands
Uitgebreide vertaling voor hoofd afhakken (Nederlands) in het Zweeds
hoofd afhakken:
hoofd afhakken werkwoord (hak hoofd af, hakt hoofd af, hakte hoofd af, hakten hoofd af, hoofd afgehakt)
-
hoofd afhakken (onthoofden; kopje kleiner maken; van de kop ontdoen)
Conjugations for hoofd afhakken:
o.t.t.
- hak hoofd af
- hakt hoofd af
- hakt hoofd af
- hakken hoofd af
- hakken hoofd af
- hakken hoofd af
o.v.t.
- hakte hoofd af
- hakte hoofd af
- hakte hoofd af
- hakten hoofd af
- hakten hoofd af
- hakten hoofd af
v.t.t.
- heb hoofd afgehakt
- hebt hoofd afgehakt
- heeft hoofd afgehakt
- hebben hoofd afgehakt
- hebben hoofd afgehakt
- hebben hoofd afgehakt
v.v.t.
- had hoofd afgehakt
- had hoofd afgehakt
- had hoofd afgehakt
- hadden hoofd afgehakt
- hadden hoofd afgehakt
- hadden hoofd afgehakt
o.t.t.t.
- zal hoofd afhakken
- zult hoofd afhakken
- zal hoofd afhakken
- zullen hoofd afhakken
- zullen hoofd afhakken
- zullen hoofd afhakken
o.v.t.t.
- zou hoofd afhakken
- zou hoofd afhakken
- zou hoofd afhakken
- zouden hoofd afhakken
- zouden hoofd afhakken
- zouden hoofd afhakken
diversen
- hak hoofd af!
- hakt hoofd af!
- hoofd afgehakt
- hoofd afhakkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor hoofd afhakken:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
halshugga | hoofd afhakken; kopje kleiner maken; onthoofden; van de kop ontdoen | guillotineren; met de guillotine onthoofden |
hugga huvudet av | hoofd afhakken; kopje kleiner maken; onthoofden; van de kop ontdoen |