Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. honger:
  2. hongeren:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor honger (Nederlands) in het Zweeds

honger:

honger [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de honger (hongergevoel; trek; hongerigheid)
    hunger; aptit; matlust
    • hunger [-en] zelfstandig naamwoord
    • aptit [-en] zelfstandig naamwoord
    • matlust zelfstandig naamwoord
  2. de honger
    hunger
    • hunger [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor honger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aptit honger; hongergevoel; hongerigheid; trek eetlust; lust; trek; zin
hunger honger; hongergevoel; hongerigheid; trek eetlust; lust; trek; zin
matlust honger; hongergevoel; hongerigheid; trek

Verwante woorden van "honger":


Verwante definities voor "honger":

  1. erge behoefte om iets te hebben1
    • de honger naar geld1
  2. erge behoefte om te eten, gevoel van lege maag1
    • wanneer gaan we eten? ik heb honger1

Wiktionary: honger


Cross Translation:
FromToVia
honger hunger hunger — need for food
honger hunger Hunger — Verlangen nach Essen
honger hunger; svält faim — Sensation qui révèle l’envie ou le besoin de manger. (Sens général)

honger vorm van hongeren:

hongeren werkwoord (honger, hongert, hongerde, hongerden, gehongerd)

  1. hongeren (honger lijden; verhongeren; uithongeren)
    svälta; hungra
    • svälta werkwoord (svälter, svältte, svält)
    • hungra werkwoord (hungrar, hungrade, hungrat)
  2. hongeren (hongerlijden; verrekken; verhongeren)
    svälta
    • svälta werkwoord (svälter, svältte, svält)

Conjugations for hongeren:

o.t.t.
  1. honger
  2. hongert
  3. hongert
  4. hongeren
  5. hongeren
  6. hongeren
o.v.t.
  1. hongerde
  2. hongerde
  3. hongerde
  4. hongerden
  5. hongerden
  6. hongerden
v.t.t.
  1. heb gehongerd
  2. hebt gehongerd
  3. heeft gehongerd
  4. hebben gehongerd
  5. hebben gehongerd
  6. hebben gehongerd
v.v.t.
  1. had gehongerd
  2. had gehongerd
  3. had gehongerd
  4. hadden gehongerd
  5. hadden gehongerd
  6. hadden gehongerd
o.t.t.t.
  1. zal hongeren
  2. zult hongeren
  3. zal hongeren
  4. zullen hongeren
  5. zullen hongeren
  6. zullen hongeren
o.v.t.t.
  1. zou hongeren
  2. zou hongeren
  3. zou hongeren
  4. zouden hongeren
  5. zouden hongeren
  6. zouden hongeren
diversen
  1. honger!
  2. hongert!
  3. gehongerd
  4. hongerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor hongeren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hungra honger lijden; hongeren; uithongeren; verhongeren honger hebben; rammelen; verdorsten
svälta honger lijden; hongeren; hongerlijden; uithongeren; verhongeren; verrekken honger hebben; rammelen

Verwante woorden van "hongeren":


Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van honger