Nederlands
Uitgebreide vertaling voor hertrouwen (Nederlands) in het Zweeds
hertrouwen:
-
hertrouwen
Conjugations for hertrouwen:
o.t.t.
- hertrouw
- hertrouwt
- hertrouwt
- hertrouwen
- hertrouwen
- hertrouwen
o.v.t.
- hertrouwde
- hertrouwde
- hertrouwde
- hertrouwden
- hertrouwden
- hertrouwden
v.t.t.
- ben hertrouwd
- bent hertrouwd
- is hertrouwd
- zijn hertrouwd
- zijn hertrouwd
- zijn hertrouwd
v.v.t.
- was hertrouwd
- was hertrouwd
- was hertrouwd
- waren hertrouwd
- waren hertrouwd
- waren hertrouwd
o.t.t.t.
- zal hertrouwen
- zult hertrouwen
- zal hertrouwen
- zullen hertrouwen
- zullen hertrouwen
- zullen hertrouwen
o.v.t.t.
- zou hertrouwen
- zou hertrouwen
- zou hertrouwen
- zouden hertrouwen
- zouden hertrouwen
- zouden hertrouwen
diversen
- hertrouw!
- hertrouwt!
- hertrouwd
- hertrouwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor hertrouwen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gifta om sig | hertrouwen |
Verwante woorden van "hertrouwen":
hertrouw:
Vertaal Matrix voor hertrouw:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
omgifte | hertrouw |