Nederlands

Uitgebreide vertaling voor helderheid (Nederlands) in het Zweeds

helderheid:

helderheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de helderheid (lichtsterkte; klaarheid)
    klarhet; lysförmåga
  2. de helderheid (begrijpelijkheid; duidelijkheid; klaarheid)
    tydlighet; klarhet; förstående mässigt
  3. de helderheid

Vertaal Matrix voor helderheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förstående mässigt begrijpelijkheid; duidelijkheid; helderheid; klaarheid
klarhet begrijpelijkheid; duidelijkheid; helderheid; klaarheid; lichtsterkte luciditeit; verstaanbaarheid
lysförmåga helderheid; klaarheid; lichtsterkte
tydlighet begrijpelijkheid; duidelijkheid; helderheid; klaarheid concreetheid
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
ljusstyrka helderheid
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klarhet duidelijk klinkend; helderklinkend

Verwante woorden van "helderheid":


Wiktionary: helderheid


Cross Translation:
FromToVia
helderheid klarhet clarity — the state or measure of being clear
helderheid ljus Helligkeit — Vorhandensein von Licht
helderheid skärpa; spetsighet acuitéqualité de ce qui est aigu.
helderheid klarhet clartélumière, lueur.

helder:

helder bijvoeglijk naamwoord

  1. helder (klaar als een klontje; duidelijk; overduidelijk)
    uppenbart; avlastat; avbördat; klart; klar; lättad; lättat; avbördad
  2. helder (begrijpelijk; duidelijk)
    klart; klar
    • klart bijvoeglijk naamwoord
    • klar bijvoeglijk naamwoord
  3. helder (begrijpelijk; inzichtelijk; duidelijk; bevattelijk)
    klar
    • klar bijvoeglijk naamwoord
  4. helder (onbewolkt; klaar)
    molnfritt; klart; klar

Vertaal Matrix voor helder:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avbördad duidelijk; helder; klaar als een klontje; overduidelijk
avbördat duidelijk; helder; klaar als een klontje; overduidelijk
avlastat duidelijk; helder; klaar als een klontje; overduidelijk
klar begrijpelijk; bevattelijk; duidelijk; helder; inzichtelijk; klaar; klaar als een klontje; onbewolkt; overduidelijk aanschouwelijk; cru; duidelijk; expliciet; fleurig; gereed; helderdenkend; klaar; klare; kleurrijk; lichtgevend; lumineus; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; paraat; rechttoe rechtaan; verhelderend; verstaanbaar
klart begrijpelijk; duidelijk; helder; klaar; klaar als een klontje; onbewolkt; overduidelijk aanschouwelijk; cru; direct; duidelijk; expliciet; fleurig; gereed; helderdenkend; klaar; klare; kleurrijk; lichtgevend; lumineus; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; paraat; recht door zee; rechttoe rechtaan; regelrecht; verhelderend; verstaanbaar
lättad duidelijk; helder; klaar als een klontje; overduidelijk opgelucht
lättat duidelijk; helder; klaar als een klontje; overduidelijk
molnfritt helder; klaar; onbewolkt
uppenbart duidelijk; helder; klaar als een klontje; overduidelijk bemerkbaar; duidelijk; flagrant; herkenbaar; hoorbaar; klaarblijkelijk; merkbaar; onmiskenbaar; overduidelijk; tastbaar; voelbaar; waarneembaar; zichtbaar; zo klaar als een klontje; zonneklaar

Verwante woorden van "helder":


Antoniemen van "helder":


Verwante definities voor "helder":

  1. goed doorzichtig1
    • als het helder weer is, kun je ver kijken1
  2. schoon en netjes1
    • Wijna heeft altijd een heldere keuken1
  3. waar inzicht en verstand uit blijkt1
    • hij hield een helder betoog voor winkelsluiting op zondag1
  4. zuiver en hoog van klank1
    • ze heeft een heldere stem1

Wiktionary: helder


Cross Translation:
FromToVia
helder ljus bright — visually dazzling, luminous, radiant
helder ren; klar clear — bright, not obscured
helder klar clear — without clouds
helder ljus; belyst light — having light
helder genomskinlig; klar limpid — clear
helder amper; egg; gräll; gäll; skarp aigu — Qui a un aspect pointu, tranchant, voire déchirer.
helder klar; tydlig; ljus clair — Qui a l’éclat du jour, de la lumière.
helder klar; tydlig limpide — Qui est clair, transparent.
helder simpel; gedigen; idel; lutter; oblandad; pur; ram; ren; absolut pur — Qui est sans mélange.