Nederlands
Uitgebreide vertaling voor hel (Nederlands) in het Zweeds
hel:
-
de hel (duisternis)
-
hel
Vertaal Matrix voor hel:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
helvete | duisternis; hel | |
möker | duisternis; hel | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bländande | hel | glansrijk; schitterend |
stark | hel | ferm; flink; fors; fysiek sterk; geconcentreerd; krachtig; potig; sterk; stevig; van sterk gehalte |
starkt | hel | alcoholisch; ferm; flink; fors; fysiek sterk; geestrijk; krachtig; potig; rijk aan alcohol; sterk; stevig |
Verwante woorden van "hel":
Wiktionary: hel
hel
Cross Translation:
noun
-
een plek waar de ziel van daartoe veroordeelde overledenen naar toe gaan
- hel → helvete
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• hel | → helvete | ↔ hell — place of suffering in life |
• hel | → helvete | ↔ hell — where sinners go |
• hel | → helvete | ↔ perdition — hell |
• hel | → klar; tydlig; ljus | ↔ clair — Qui a l’éclat du jour, de la lumière. |
• hel | → helvete | ↔ enfer — Religion |
hel vorm van hellen:
-
hellen (voorover buigen; overhellen; voorover hellen)
Conjugations for hellen:
o.t.t.
- hel
- helt
- helt
- hellen
- hellen
- hellen
o.v.t.
- helde
- helde
- helde
- helden
- helden
- helden
v.t.t.
- heb geheld
- hebt geheld
- heeft geheld
- hebben geheld
- hebben geheld
- hebben geheld
v.v.t.
- had geheld
- had geheld
- had geheld
- hadden geheld
- hadden geheld
- hadden geheld
o.t.t.t.
- zal hellen
- zult hellen
- zal hellen
- zullen hellen
- zullen hellen
- zullen hellen
o.v.t.t.
- zou hellen
- zou hellen
- zou hellen
- zouden hellen
- zouden hellen
- zouden hellen
en verder
- is geheld
- zijn geheld
diversen
- hel!
- helt!
- geheld
- hellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor hellen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
hänga över | hellen; overhellen; voorover buigen; voorover hellen | |
luta framåt | hellen; overhellen; voorover buigen; voorover hellen | voorover hangen; voorover leunen |