Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. hebberig:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hebberig (Nederlands) in het Zweeds

hebberig:

hebberig bijvoeglijk naamwoord

  1. hebberig (hebzuchtig; inhalig)
    snålt; girig; girigt
    • snålt bijvoeglijk naamwoord
    • girig bijvoeglijk naamwoord
    • girigt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor hebberig:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
girig hebberig; hebzuchtig; inhalig gierig; inhalig; krenterig; schraperig; vrekkig
girigt hebberig; hebzuchtig; inhalig begerig; gierachtig; gierig; inhalig; krenterig; roofachtig; roofzuchtig; schraperig; vrekkig
snålt hebberig; hebzuchtig; inhalig

Verwante woorden van "hebberig":


Computer vertaling door derden: