Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. have:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor have (Nederlands) in het Zweeds

have:

have [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de have (eigendom; bezittingen; goederen; bezit)
    tillgångar; egendommar

Vertaal Matrix voor have:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
egendommar bezit; bezittingen; eigendom; goederen; have
tillgångar bezit; bezittingen; eigendom; goederen; have

Verwante woorden van "have":