Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. harten:
  2. hart:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor harten (Nederlands) in het Zweeds

harten:

harten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de harten
    hjärter

Vertaal Matrix voor harten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hjärter harten

Verwante woorden van "harten":


Wiktionary: harten


Cross Translation:
FromToVia
harten hjärter heart — a suit of cards
harten hjärter hearts — the card suit (♥)

harten vorm van hart:

hart [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het hart (bloedpomp)
    hjärta
    • hjärta [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hart:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hjärta bloedpomp; hart beminde; binnenste; geliefde; kern; liefje; liefste; lieveling; lieverd; schat; schatje; snoepje; snoes; vriendin

Verwante woorden van "hart":


Verwante definities voor "hart":

  1. centrum, binnenste1
    • hij woont in het hart van de stad1
  2. orgaan in je borst dat het bloed door je lichaam pompt1
    • de dokter zei dat haar hart regelmatig klopte1

Wiktionary: hart

hart
noun
  1. anatomie|nld holle spier die door geregeld samen te trekken bloed door het lichaam pompt

Cross Translation:
FromToVia
hart hjärta heart — an organ
hart hjärta heart — emotions or kindness
hart hjärta heart — centre or core
hart hjärta heart — a shape or symbol
hart hjärta HerzAnatomie: das Zentralorgan für den Blutkreislauf
hart hjärta cœur — Organe. (Sens général).