Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. hars:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor harsen (Nederlands) in het Zweeds

hars:

hars [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de hars
    harts; kåda
    • harts [-ett] zelfstandig naamwoord
    • kåda [-en] zelfstandig naamwoord

hars [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de hars
    harts
    • harts [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hars:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
harts hars
kåda hars

Verwante woorden van "hars":

  • harsen

Wiktionary: hars


Cross Translation:
FromToVia
hars harts; kåda Harzzähflüssige, klebrige, stark duftende Absonderung von weißer bis gelbbrauner Farbe, meist aus dem Holz von Nadelbaum
hars kåda résine — Matière inflammable qui découle de certains arbres

Computer vertaling door derden: