Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Zweeds ->Vertaal hardhandigheid

Vertaal hardhandigheid van Nederlands naar Zweeds

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

hardhandigheid:
- råhet; grovhet; strävhet
hardhandig:
- hård; hårdhudad; tufft; råbarkat; tuff; hårt; grovt; våldsamt; hårdhudat

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hardhandigheid (Nederlands) in het Zweeds

hardhandigheid:

hardhandigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de hardhandigheid (ruwheid)
råhet; grovhet; strävhet
- råhet [-en] zelfstandig naamwoord
- grovhet [-en] zelfstandig naamwoord
- strävhet [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hardhandigheid:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
grovhet	hardhandigheid; ruwheid	grofheid; onhoffelijkheid; platheid; platvloersheid; schofterigheid; vulgariteit
råhet	hardhandigheid; ruwheid	grofheid; guurheid; hobbeligheid; klamheid; oneffenheid; ruw van makelij; ruwheid
strävhet	hardhandigheid; ruwheid	bitsheid

Verwante woorden van "hardhandigheid":

hardhandigheden, hardhandig

hardhandig:

hardhandig bijvoeglijk naamwoord

hardhandig (hard; ruw; onzacht)
hård; hårdhudad; tufft; råbarkat; tuff; hårt; grovt; våldsamt; hårdhudat
- hård bijvoeglijk naamwoord
- hårdhudad bijvoeglijk naamwoord
- tufft bijvoeglijk naamwoord
- råbarkat bijvoeglijk naamwoord
- tuff bijvoeglijk naamwoord
- hårt bijvoeglijk naamwoord
- grovt bijvoeglijk naamwoord
- våldsamt bijvoeglijk naamwoord
- hårdhudat bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor hardhandig:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
tuff		tufsteen
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
grovt	hard; hardhandig; onzacht; ruw	banaal; globaal; grof; in grote lijnen; laag-bij-de-grond; lomp; niet glad; ongelikt; plat; platvloers; ruige; ruw; schofterig; schunnig; triviaal; vunzig
hård	hard; hardhandig; onzacht; ruw	bikkelhard; erg; fel; hard; hardvochtig; heftig; hevig; ijzerhard; keihard; krachtig; onbarmhartig; ongenadig; staalhard; steenhard
hårdhudad	hard; hardhandig; onzacht; ruw
hårdhudat	hard; hardhandig; onzacht; ruw
hårt	hard; hardhandig; onzacht; ruw	emotieloos; erg; fel; gestreng; gevoelloos; hard; hardvochtig; harteloos; heftig; hevig; krachtig; liefdeloos; niet toegevend; onbarmhartig; ongenadig; ongevoelig; pittig; straf; streng; zielloos
råbarkat	hard; hardhandig; onzacht; ruw
tuff	hard; hardhandig; onzacht; ruw	flink; gaaf; mieters; schitterend; stoer; tof
tufft	hard; hardhandig; onzacht; ruw	flink; gaaf; mieters; schitterend; stoer; tof
våldsamt	hard; hardhandig; onzacht; ruw	aanrandend; agressief; erg; fel; felle; gewelddadig; heftig; hevig; intens; krachtig

Verwante woorden van "hardhandig":

hardhandigheid, hardhandiger, hardhandigere, hardhandigst, hardhandigste, hardhandige