Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
drygt
|
hanig
|
geringschattend; hooghartig; kleinerend; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; trots; uit de hoogte
|
högfärdig
|
hanig
|
kwasterig; nuffig; verwaand
|
högfärdigt
|
hanig
|
fier; flink; glorieus; groots; kwasterig; nuffig; prat; trots; verwaand
|
mallig
|
hanig
|
|
malligt
|
hanig
|
|
skarp
|
fel; hanig; pinnig; scherp; snibbig; vinnig; vlijmend
|
bijdehand; heet; kien; messcherp; met een scherp oog; nauwlettend; pienter; pikant; pittig; puntig; scherp; scherp gepunt; scherpgerand; scherpklinkend; slim; smaak prikkelend; spits; uitgekookt
|
skarpt
|
fel; hanig; pinnig; scherp; snibbig; vinnig; vlijmend
|
bijdehand; gehaaid; gescherpt; gevat; gewiekst; hard; hoog; kien; messcherp; met een scherp oog; nauwlettend; pienter; pikant; puntig; schel; scherp; scherp gepunt; scherpgerand; scherpklinkend; schril; slim; snedig; snerpend; spits; uitgekookt; uitgeslapen; verlekkerd
|
spetsigt
|
fel; hanig; pinnig; scherp; snibbig; vinnig; vlijmend
|
puntig; scherp; scherp gepunt; spits
|
stursk
|
hanig
|
|
sturskt
|
hanig
|
|
viktigt
|
hanig
|
belangrijk; hooggespannen; important; van belang
|