Nederlands
Uitgebreide vertaling voor halfslachtig (Nederlands) in het Zweeds
halfslachtig:
-
halfslachtig (twijfelmoedig; wankelmoedig; onstandvastig)
osäker; tveksam; osäkert; tveksamt; vacklande; vacklandet; vankelmodigt; fladdandet-
osäker bijvoeglijk naamwoord
-
tveksam bijvoeglijk naamwoord
-
osäkert bijvoeglijk naamwoord
-
tveksamt bijvoeglijk naamwoord
-
vacklande bijvoeglijk naamwoord
-
vacklandet bijvoeglijk naamwoord
-
vankelmodigt bijvoeglijk naamwoord
-
fladdandet bijvoeglijk naamwoord
-
-
halfslachtig (schoorvoetend; aarzelend; weifelend; wankelmoedig)
motvilligt; ogärna; motsträvig-
motvilligt bijvoeglijk naamwoord
-
ogärna bijvoeglijk naamwoord
-
motsträvig bijvoeglijk naamwoord
-