Nederlands
Uitgebreide vertaling voor hal (Nederlands) in het Zweeds
hal:
-
de hal (entreehal)
-
de hal (vestibule; portaal; voorportaal; entree)
-
de hal (overloop; verbindingsgang; portaal)
-
de hal (ontvangstruimte; salon; receptiekamer)
-
de hal (vishal)
fiskmarknad-
fiskmarknad zelfstandig naamwoord
-
-
de hal (ridderzaal)
Vertaal Matrix voor hal:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fiskmarknad | hal; vishal | visafslag; vismarkt |
förstuga | entreehal; hal | |
hall | entree; entreehal; hal; portaal; vestibule; voorportaal | grote kamer; narthex; voorhal; voorhuis; zaal |
korridor | hal; overloop; portaal; verbindingsgang | corridor; doorgang; gang; passage; wandelgang |
mottagningsrum | hal; ontvangstruimte; receptiekamer; salon | behandelkamer; ontvangkamer; salon; spreekkamer |
passage | hal; overloop; portaal; verbindingsgang | doorgang; doorloop; doorrit; gang; gangboord; gangpad; overtocht; overvaart; passage; passus; zeereis |
riddarsal | hal; ridderzaal | |
tekningsrum | hal; ontvangstruimte; receptiekamer; salon | |
vestibul | entree; hal; portaal; vestibule; voorportaal |