Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- groothandel:
-
Wiktionary:
- groothandel → partihandel, grossistverksamhet, grosshandel
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor groothandel (Nederlands) in het Zweeds
groothandel:
-
de groothandel (grossier; grossierderij; groothandelsbedrijf; groothandelsfirma)
-
de groothandel
Vertaal Matrix voor groothandel:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
grossist | groothandel; groothandelsbedrijf; groothandelsfirma; grossier; grossierderij | distributeur; groothandelaar; grossier; opkopers; verbreider; verdeler; verspreider |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
grossisthandel | groothandel |
Verwante woorden van "groothandel":
Wiktionary: groothandel
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• groothandel | → partihandel; grossistverksamhet; grosshandel | ↔ wholesale — sale of products, often in large quantities, to retailers or other merchants |