Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. grimassen:
  2. grimas:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor grimassen (Nederlands) in het Zweeds

grimassen:

grimassen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de grimassen
    grimaser; miner
  2. de grimassen
    grimaser

grimassen werkwoord

  1. grimassen (grijnzen; grijnzend lachen)
    grina; grimasera
    • grina werkwoord (grinar, grinade, grinat)
    • grimasera werkwoord (grimaserar, grimaserade, grimaserat)

Vertaal Matrix voor grimassen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grimaser grimassen
miner grimassen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grimasera grijnzen; grijnzend lachen; grimassen bekkentrekken; grimassen maken
grina grijnzen; grijnzend lachen; grimassen grienen; huilen; janken; snikken; snotteren; tranen; tranen afscheiden

Verwante woorden van "grimassen":


grimas:

grimas [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de grimas (grijns; grijnslach)
    grimas
    • grimas [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor grimas:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grimas grijns; grijnslach; grimas

Verwante woorden van "grimas":


Verwante vertalingen van grimassen