Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gretigheid (Nederlands) in het Zweeds
gretigheid:
-
de gretigheid (begerige ijver; graagte)
-
de gretigheid (hebzucht; hebberigheid)
-
de gretigheid (vraatzuchtigheid; gulzigheid; begerigheid; schrokachtigheid)
Vertaal Matrix voor gretigheid:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| frosseri | begerigheid; gretigheid; gulzigheid; schrokachtigheid; vraatzuchtigheid | gulzigheid; vraatzucht |
| girighet | gretigheid; hebberigheid; hebzucht | geldzucht; hebgier; inhaligheid; roofgierigheid; roofzucht; schraapzucht; schraperigheid |
| iver | begerige ijver; graagte; gretigheid | elan; felheid; gloed; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht; pit; vlam; voortvarendheid; vuur |
| ivrigt begär | begerige ijver; graagte; gretigheid |
Verwante woorden van "gretigheid":
gretigheid vorm van gretig:
-
gretig (happig)
Vertaal Matrix voor gretig:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| ivrig | dweper; fanaat; zeloot | |
| Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| ivrig | gretig; happig | begerend; gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; stormachtig; temperamentvol; verlangend; vurig; warmbloedig |
| ivrigt | gretig; happig | begerend; gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; stormachtig; temperamentvol; verlangend; vurig; warmbloedig |