Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor graveren (Nederlands) in het Zweeds
graveren:
-
graveren (etsen)
-
graveren (met een stift inkrassen; griffen; griffelen)
Conjugations for graveren:
o.t.t.
- graveer
- graveert
- graveert
- graveren
- graveren
- graveren
o.v.t.
- graveerde
- graveerde
- graveerde
- graveerden
- graveerden
- graveerden
v.t.t.
- heb gegraveerd
- hebt gegraveerd
- heeft gegraveerd
- hebben gegraveerd
- hebben gegraveerd
- hebben gegraveerd
v.v.t.
- had gegraveerd
- had gegraveerd
- had gegraveerd
- hadden gegraveerd
- hadden gegraveerd
- hadden gegraveerd
o.t.t.t.
- zal graveren
- zult graveren
- zal graveren
- zullen graveren
- zullen graveren
- zullen graveren
o.v.t.t.
- zou graveren
- zou graveren
- zou graveren
- zouden graveren
- zouden graveren
- zouden graveren
en verder
- is gegraveerd
- zijn gegraveerd
diversen
- graveer!
- graveert!
- gegraveerd
- graverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
graveren (graveerwerk; gravure)
Vertaal Matrix voor graveren:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gravering | graveerwerk; graveren; gravure | ets; gravure; plaat; rotogravure; snijwerk |
gravyr | graveerwerk; graveren; gravure | afdruk; gravering; print |
stick | graveerwerk; graveren; gravure | afdruk; doorn; pijn in de zij; print; steek; stekel |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
etsa | etsen; graveren | inetsen |
ingravera | graveren; griffelen; griffen; met een stift inkrassen | inbeitelen; inetsen; ingraveren |
rista in | graveren; griffelen; griffen; met een stift inkrassen | ingraveren |
stick | bekijken; dood kunnen vallen; inrukken; opdonderen; ophoepelen; opkrassen; oplazeren |
Verwante woorden van "graveren":
graveren vorm van graver:
-
de graver (delver)
Vertaal Matrix voor graver:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
grävare | delver; graver |