Nederlands
Uitgebreide vertaling voor goser (Nederlands) in het Zweeds
goser:
Vertaal Matrix voor goser:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
grabb | goser; gozer; kerel; knakker; knul; vent | heerschap; joch; jonge knaap; jongeling; jongeman; snuiter; sujet; vent |
kille | goser; gozer; kerel; knakker; knul; vent | baasje; joch; klein kereltje; snuiter |
kis | goser; gozer; kerel; knakker; knul; vent | |
polare | goser; gozer; kerel; knakker; knul; vent | boezemvriend; compagnon; gabber; gabbertje; genoot; gezel; hartsvriend; kameraad; kameraadje; kompaan; kornuit; maat; maatje; makker; makkertje; pal; spitsbroeder; vriend; vriendje |